Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij omringden [85]Benjamin, zij vervolgden hem, zij vertraden hem [86]gemakkelijk, tot voor [87]Gibea, tegen den opgang der zon. 85. Dat is, de mannen Benjamins, of Benjaminieten. 86. Hebreeuws, [in, of met] rust; dat is, zonder grote moeite of arbeid. Sommigen nemen het voor den naam ener plaats, die Menuah of Menucha zou genaamd zijn. 87. Hieruit wordt door sommigen afgenomen dat er nog een ander Gibea was in het oosten gelegen van Gibea, of Geba, dat doorgaans in deze historie vermeld wordt, gelijk de kaarten mede beide deze steden alzo stellen, noemende het ene Gibea, of Geba, en het andere [dat hier ook Gibea genoemd wordt] Gibeath, of Gabaath.